Deze blog is op 20 april 2014 geplaatst op Het Kind.org
Een spannend moment: onze oudste zou gaan overstappen naar een andere basisschool. Zoals elke ouder hadden we eigenlijk maar één vraag: ‘ Zou deze nieuwe leerkracht ons kind wel écht gaan zien?’
We zaten in de achtertuin van onze gastouder, najaarszon op ons gezicht en een kop hete koffie in onze handen. We vertelden over de nieuwe school, dat we er kennismaakten en dat meester Robert vanaf volgende week de nieuwe meester zou worden.
Onze gastouder veerde overeind. Meester Robert? Echt waar? O, dan gaat-ie het goed hebben! Blijkbaar keken we haar uitnodigend aan, want ze ging verder met haar verhaal. Zwaaiend met haar armen om het betoog kracht bij te zetten, vertelde ze dat hun zoon op vier- en vijf- jarige leeftijd als mager ventje in zijn klas had gezeten. Dat ze verhuisd waren en de meester nooit meer terug hadden gezien. Tot twee weken geleden… Midden in het tuincentrum riep iemand ineens de naam van hun zoon uit. Vanaf enkele meters afstand had meester Robert in de tienjarige Lars, die inmiddels als pre-puber toch wat breder in de schouders begon te worden, zijn leerling van vier schooljaren daarvoor herkend.
In het gesprek wat volgde, werd ons niet enkel de belangstelling van de meester voor zijn vroegere leerling duidelijk, maar zagen we in de twinkelende ogen van zijn moeder de bevestiging dat we ons geen zorgen hoefden te maken: ‘Dít was een meester die zijn leerlingen ziet…’
Trackbacks/Pingbacks