Selecteer een pagina

Als je een grens bereikt en toch verder moet… dat is het moment dat je gaat leren…

Ik liep samen met mijn onderwijsmanager op de gang tijdens de pauze-surveillance. Onze cluster 4 school had te maken met een komende bezuiniging en de manier waarop de organisatie dit wilde doen was de time-out docent niet langer in een apart lokaal zetten maar haar laten meedraaien als reguliere docent in een klas. Ik vroeg hem of dit wel kon, de leerlingen hadden er immers behoefte aan en hij antwoordde me ‘als je de vluchtweg bij mensen weghaalt maar faciliteert wat ze nodig hebben dan komen mensen tot leren’. Ik kwam tot stilstand en keek hem aan. ‘Maar is dit ook het juiste voor de leerlingen?’ vroeg ik hem. Hij lachte geruststellend en zei ‘nu moeten docenten wel zelf nieuwe oplossingen gaan bedenken en gaan samenwerken, want ze kunnen de leerlingen nergens meer heen sturen’.

Ik vond het een harde opmerking, wist niet wat ik er mee moest. Hoe kon ik mijn leerlingen tot rust laten komen als ze de groep niet uit konden? En wat kon ik doen als er een gevaarlijke situatie ontstond en ik de leerling niet kon verwijderen? Het was echter alsof mijn leerlingen direct snapten en accepteerden wat er was verandert. Zij hadden veel minder moeite om de nieuwe situatie te accepteren. Ik ging een tijd van vele lessen in. De heftige incidenten, waarbij we als docenten elkaar hard nodig hadden, die bleven in het begin even frequent voorkomen, maar de kleine akkefietjes… die namen flink af.

Ik leerde namelijk die akkefietjes vóór te zijn, in te zien wat ‘het keerpunt was’ dat het mis kon gaan. Ik groeide als docent. Omdat ik niet anders kon. Omdat ik niet wilde dat het in een zwaar incident zou eindigen. Omdat ik ervoor koos om te leren hoe ik de leerlingen bij me kon houden. Ik leerde om niet vóór maar in mijn klas te staan…

Niet alleen de docenten hielpen elkaar hierbij, ook de leerlingen begonnen elkaar te helpen en te ondersteunen. Ze kwamen bij me melden als iemand ‘rood aanliep’ of ‘onrustig gedrag ging vertonen’ voordat ik het zelf maar had kunnen opmerken. En we stelden een systeem in werking waarbij leerlingen ook elkaar konden helpen en ondersteunen. Niet alles was gelijk opgelost maar mijn manager had gelijk gehad. Zonder vluchtweg had ik enorm veel geleerd wat me anders onbekend was gebleven.

En toen kwam het moment dat ik in mijn eentje naar een GGZ-instelling vertrok om daar een school te gaan draaien. Ik was docent en begeleider, maar daarnaast ook mijn eigen telefoniste en conciërge. Ik rondde mijn Master SEN af en in dat kader schreef ik het locatiebeleid en nam de leerlingbegeleiding als taak op me. Op een gegeven moment had ik 18 leerlingen met psychische problemen waarbij de gedragsproblematiek zo groot was geworden dat ze niet meer thuis konden wonen. En ik stond er gedurende de dag alleen voor, zonder een collega in de klas naast me, want die klas was er simpelweg nog niet. Ik leerde gedurende die maanden dat ‘kan ik niet’ niet bestaat. Ik leerde verantwoordelijkheid te nemen. Met mijn blik op de leerlingen kijkend wat er nodig was. Bedenkend hoe het beter, sneller en makkelijker kon.

De locatie groeide en met de leerlingen kwamen de nieuwe collega’s. Op een gegeven moment hadden we 76 leerlingen en 7 collega’s. Het unieke was dat iedereen dezelfde mentaliteit bleek te hebben; ‘wij runnen deze school, samen staan we sterk’. Wij bepalen wat er gebeurd, binnen de kaders die er zijn en met de middelen die we hebben. We hadden het goed daar op school. We hadden het druk maar nooit te druk en we ondersteunden en versterkten elkaar. Samen waren we sterk!

Maar zoals alles in het leven is niet voor eeuwig en kwam aan deze locatie-school een einde. Binnen 3 weken moesten vele leerlingen worden uitgeplaatst. We hielden onze harten vast. Inmiddels had ik geleerd dat een leerling in het cluster 4 daar is, niet omdat ie ‘niet meer welkom was’ op de oude school, maar omdat deze leerling meer liefde nodig heeft dan er wellicht in een klas van 30 kan worden gegeven. Nog jaren hebben we onze oud-pupillen gevolgd. In eerste instantie of ze een klik kregen met de nieuwe docent. Zouden ze hun VO diploma halen? Hoe verging het ze in het MBO? En tot onze verbazing bleek een heel groot gedeelte van deze jongeren zich prima staande te houden in de ‘boze buitenwereld’. Ze waren door onze begeleiding al veel sterker dan wij wellicht konden vermoeden. En ook leerden we dat de reguliere scholen veel meer zorg konden bieden (mits de jongere zelf zijn ‘gebruiksaanwijzing’ goed kan verwoorden) dan we voor mogelijk hadden gehouden.

Dankbare lessen heb ik in mijn VSO tijd geleerd. Zoals het vermogen om angst uit onvermogen om te zetten in leerkansen. Het inzicht dat je zelf, vanuit de zorg om het kind, de leeromgeving vorm geeft. Dat je, als je de verantwoordelijkheid neemt die daarvoor nodig is, groeit in talenten waar je het bestaan nog niet van kent. En vertrouwen ervaren in de vermogens van de leerlingen en het systeem ‘buiten de eigen veilige organisatie’. Ik had het niet willen missen!

En nu staat passend onderwijs voor de deur.
Ik houd mijn hart vast.
Zal het misgaan? Worden er mogelijk leerlingen de dupe van?

Ik bespeur hetzelfde gevoel als ik had toen de time-out gesloten werd. Ik herinner me mijn lessen en ergens in mijn hart gloeit hoop… de hoop dat dit voor een heleboel collega’s de les mag zijn die ik in bovenstaande situaties geleerd heb.