Selecteer een pagina

De titel van deze blog was een zin in een mailtje wat ik zojuist ontving. De uitleg is simpel; er lukte mij iets niet en ik vroeg en kreeg hulp. Dat de werkelijkheid daarachter iets complexer ligt is konden jullie al raden.

10 seconden voor ik desbetreffende mail las stuurde ik een mail naar een ouder. En terwijl ik op ‘sent’ duwde was ik nog altijd in mijn achterhoofd aan het nagaan of ik ‘gebeurd’ of ‘gebeurt’ had moeten schrijven. Mijn telefoon heeft geen spellingscheck en dan gaat het nog wel eens fout. Die eeuwige -d’s en t’s, ik word er gek van. (zojuist de extra -t verwijderd achter ik wordt maar terwijl ik dit typ ben ik me al weer aan het afvragen of ‘verwijderd’ wel met een -d is.

Ik heb eens een onderzoek gedaan naar dyslexie op school en een beleid hiervoor geschreven. De orthopedagoge die me begeleidde was verbaasd toen ze zag welke fouten ik maakte op de test. Sommige dingen kon ik bijna 100% goed en andere had ik bijna 0% score. Deze scores waren haar onbekend. Ik zuchtte. Hoewel ik sindsdien vertel dat ik dyslexie heb is dat officieel niet zo. Ik kom namelijk niet door die test heen. Ik ben er blijkbaar te slim voor, mijn hersenen compenseren heel erg veel. Maar er zijn een aantal dingen die ik niet, of heel moeizaam kan.

Een tekst redigeren (ook al is het mijn eigen tekst), schrijffouten eruit halen of zien of de onderwerpen wel aan het juiste werkwoord zijn gekoppeld. Mijn hoofd maakt er een film van. En als die loopt, gevoelsmatig, dan ‘klopt’ het. En dan zie ik dus geen letters of woorden meer. In het Engels lukt me dat niet. Ik worstel met 1 bladzijde per uur door een boek heen omdat de woorden geen zinnen vormen en mij geen gevoel, geen beeld, geen idee geven van waar het over gaat.

Ooit liet ik me er door tegenhouden. Flutromannetjes las ik graag, evenals tijdschriften. Maar wetenschappelijke artikelen waren dan weer niet aan mij besteed (gek genoeg roepen die weinig emoties op). Ik heb ook niet voor niets 4 HBO opleidingen gedaan en nooit nagedacht of de universiteit iets voor mij zou zijn. Tegenwoordig probeer ik het toch, niet die wetenschappelijke opleiding, maar wel de zwaardere boeken (en niet zozeer in omvang).

Ik blog natuurlijk ook. En ik was een held met handelingsplannen schrijven. Dat was simpel voor me. Ik zag een jongere voor mijn ogen. Kon het doel voor de geest halen en beschreef als het ware de film die ik zag. Wat hoorde, zag en voelde ik? Wat deed ik dan? En wat deed mijn leerling? De geleefde werkelijkheid van enkele weken samenvatten in een korte tekst kon ik prima. De emotie vangen in gemiddeld 100 woorden. Dát was aan mij besteed. In de opdracht over dyslexie heb ik de workshop ‘de ervaring van dyslexie’ ontwikkeld en gegeven. Mooi om mijn kwaliteiten zo in te kunnen zetten.

Maar de uitdaging van afgelopen week was een zakelijk verhaal, met veel opsommingen en voorbeelden, te vertalen naar een artikel van enkele pagina’s. Een combinatie van drie lezingen tot 1 stuk verwerken. Ik dácht dat ik er redelijk uit was gekomen. Totdat ik het verstuurde. En binnen no-time commentaar kreeg van iemand die zei ‘wordt het zo geplaatst of kan ik nog feedback geven?’ Nou graag, gaf ik terug. Ik wist niet beter dan dat ik geholpen zou worden…

En dat wérd ik ook, maar zo voelde het niet bij het openen van mijn artikel. De waarheid was dat er naast mijn document ineens 46 opmerkingenblokjes stonden, die ik niet zomaar kon accepteren, maar enkel kon overtypen (als ik dat wilde) en daarna verwijderen. Ik moest 46 regels tekstueel, zonder gevoel erbij, doorworstelen en de enige uitweg die ik zag was domweg alles maar te gaan accepteren.

Ik voelde bijna de paniek opkomen. Stress schoot mijn lijf in, letters dansten voor mijn ogen. Gelukkig was er iemand die dit zag en aangaf dat het oké was als ik ergens hulp bij vroeg. En dat deed ik. Ik gaf de controle van de controle uit handen. Om het uiteindelijk, na een flinke omweg… want ook deze persoon gaf weer nieuwe vragen en commentaar dat ik weer door iemand heb laten bekijken, weer terug in handen te hebben. Deze keer ‘verstuurbaar’.

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Dat vraag ik me ook een beetje af. Waarschijnlijk het feit dat ik al typende de lading van het onderwerp af haal voor mezelf. Ik mag fouten maken. Ik mag hulp vragen. Ik mag er zelfs voor in de stress schieten. En dat mag ik zelfs ook niet zo handig vinden van mezelf. Want al die facetten samen maken wie ik ben. Een bloggend, fouten makend mens, dat ondanks het beste van het leven probeert te maken en zichzelf continue uit blijft dagen om te leren en te ontwikkelen.

 

ps: mocht je schrijffouten tegenkomen, dan hoor ik ze graag in de vorm van een volledig gecorrigeerde alinea. Enkel het opzoeken van ‘het vijfde woord in de tweede zin van de vierde alinea’ geeft me minimaal een uur buikpijn. Alvast bedankt!